Mogelijkheid tot opleggen bevel in IE-zaken zonder oproeping wederpartij
Ex parte bevel voor het eerst toegepast bij beschikking van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 7 juni 2007.
Zoals eerder bericht in onze nieuwsbrief is op 1 mei de wetswijziging die het gevolg was van de implementatie van de Handhavingsrichtlijn (2004/48/EG) in werking getreden. Met name de mogelijkheid die daardoor is gecreëerd om in intellectueel eigendomszaken de proceskosten geheel vergoed te krijgen heeft (terecht) veel aandacht gekregen. Dat is echter niet de enige verruiming van de 'toolkit' van de rechthebbende. Een ander opmerkelijk nieuw verschijnsel is het zogenaamde ex parte bevel, dat is geïntroduceerd in artikel 1019e van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ('Rv)'.
1019e Rv: ex parte bevel
De procedure die in dit artikel in het leven is geroepen is een soort kort geding waarbij partijen niet verschijnen en de wederpartij zelfs niet wordt opgeroepen. De voorzieningenrechter kan op grond van dit artikel een voorlopige voorziening opleggen zonder dat verweerster is gehoord of zelfs maar in kennis is gesteld van de procedure. Een ex parte bevel moet bij verzoekschrift worden verzocht en is met name bedoeld voor het geval dat uitstel onherstelbare schade zou veroorzaken voor de rechthebbende. Artikel 1019e Rv luidt:- In spoedeisende zaken, met name indien uitstel onherstelbare schade voor de houder van het recht van intellectuele eigendom zou veroorzaken, is de voorzieningenrechter bevoegd een onmiddellijke voorziening bij voorraad te geven op een bij verzoekschrift gedaan verzoek om tegen de vermeende inbreukmaker een bevel uit te vaardigen teneinde een dreigende inbreuk op het recht van intellectuele eigendom van de houder te voorkomen, zonder de vermeende inbreukmaker op te roepen.
- De voorzieningenrechter kan het verzoek toewijzen onder voorwaarde dat tot een door hem te bepalen bedrag zekerheid wordt gesteld.
- De vermeende inbreukmaker kan vorderen dat de voorzieningenrechter die de beschikking inhoudende het bevel genoemd in het eerste lid heeft gegeven, de beschikking herziet, rechtdoende in kort geding.