De Heineken Ontvoering: censuurverbod en vrijheid filmmakers om feiten te vermengen met fictie
Bespreking van het vonnis De Heineken Ontvoering Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam 21 oktober 2011, LJN BT8893
Op 28 oktober 2011 kwam het vonnis in het geding tussen Holleeder en IDTV over de door IDTV geproduceerde film ’de Heineken Ontvoering’. In het kop-staart vonnis van 21 oktober 2011 wees de rechter eerder al alle vorderingen van Holleeder af. De motivering liet echter nog een week op zich wachten.
De Heineken Ontvoering draait inmiddels in de bioscopen. De film volgt in grote lijnen de feiten van de ontvoering uit 1983 van Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer maar omvat ook veel fictieve elementen, waaronder fictieve karakters en fictieve verhaallijnen. Een van de fictieve elementen is het karakter Rem Hubrechts. Rem bestaat uit een mengsel van elementen die puur fictief zijn en elementen die geïnspireerd zijn op Holleeder en op één van de andere ontvoerders.
Holleeder herkende zich in de film en eiste in een kort geding dat alle scenes met Rem uit de film zouden worden gesneden. Hij stelde dat hij werd beschuldigd van daden die hij in werkelijkheid nooit heeft begaan. Deze beschuldigingen zouden zijn reputatie schaden en hem in zijn persoonlijke levenssfeer aantasten (art. 8 EVRM).
Ook voerde Holleeder aan dat Rem een portret van hem zou zijn. Rem zou een look-a-like van Holleeder zijn in zijn jonge jaren. Het gebruik van zijn portret in een film zoals deze levert volgens Holleeder een redelijk belang op om zich te kunnen verzetten tegen de film.
Holleeder vorderde daarnaast voorinzage in de film, die hij tijdens het kort geding nog niet had gezien.